Feedbackapp veldwerk prikkelt nieuwsgierigheid van studenten

Bij studie aardwetenschappen mag veldwerk niet ontbreken. Toch staat dit onderdeel onder druk door een tekort aan docenten met een veldgeologieachtergrond en een toename van studenten. Universiteit Utrecht ontwikkelde een app die studenten ondersteunt bij de begeleiding van veldwerk, zodat de docent zich kan richten op de complexe vragen en reflectie.

Bedenker van de app João Trabucho Alexandre is universitair docent aan de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht. Hij ziet dat de kwaliteit van het veldonderwijs de afgelopen twintig jaar steeds meer in het geding is gekomen. “Er zijn steeds meer studenten die voor Aardwetenschappen kiezen. En er zijn steeds minder docenten met een veldgeologische achtergrond. Ons departement is namelijk breder geworden, met veel collega’s die een achtergrond hebben in de natuurkunde of scheikunde. Daardoor sluit het onderwijs goed aan bij de hedendaagse vraagstukken, maar het maakt ook dat er steeds minder docenten zijn die een veldstudie kunnen begeleiden”, zegt Trabucho.  

“Kijken naar de kansen die technologie biedt”

Technologie als oplossing voor docententekort

Bij sommige universiteiten leidde dat er zelfs al toe dat veldonderwijs helemaal is afgeschaft. Anderen hebben het fors verminderd. Trabucho wilde kijken naar de kansen die technologie biedt. “Studenten zijn haast vervlochten met hun mobiele telefoon. Mijn eerste gedachte was daarom: kunnen we een app ontwikkelen die de studenten tijdens hun veldwerk begeleidt?” Hij besprak het idee met collega’s en studenten en werkte vanaf het begin nauw samen met prof.dr. Hans de Bresser. Ze bekeken ter inspiratie verschillende apps en kwamen al snel tot de conclusie: het moet geen ‘show & tell’-app worden, maar een app die je steunt wanneer het nodig is. “Want als de app leidend is, dan kijken de studenten alleen nog maar op hun telefoon, terwijl ik wil dat ze naar de samenstelling van de aardlagen kijken”, zegt Trabucho. Zo ontstond het idee om een buddy te ontwikkelen, een maatje waar studenten vragen aan kunnen stellen. Een toepassing dus die hun nieuwsgierigheid prikkelt en die ze uitdaagt om op onderzoek uit te gaan. Trabucho: “In die ideevorming speelden de studenten een cruciale rol. Wij hebben hen daar actief bij betrokken. Zij zijn immers de doelgroep en zij kunnen veel beter dan wij aanvoelen wat voor hun generatie wel of niet werkt.”

Te ambitieus voorstel

Trabucho deed een Comenius-aanvraag, die niet werd gehonoreerd. Maar hij weigerde bij de pakken neer te gaan zitten. “Ik had in de tussentijd mijn idee verder aangescherpt. Dus ik heb het voorstel aangepast en ingediend bij SURF voor een subsidie in het kader van de stimuleringsregeling open en online onderwijs.” Dit keer had hij wel succes. SURF had een nuttige tip die hij ter harte nam: zorg ervoor dat je vroeg keuzes maakt om voldoende vooruitgang te boeken en concrete deliverables te hebben. “Ze vonden namelijk mijn voorstel wel erg ambitieus. Het leek hen niet haalbaar in twee jaar tijd”, lacht hij. 

Appontwikkeling door informaticastudenten

Het project was nog niet gestart of Covid brak uit. De hele planning moest op de schop. Trabucho: “We waren van plan om eerst naar Spanje te gaan en daar beeldmateriaal te schieten voor de app. Maar de reisbeperkingen dwongen ons om dat te herzien. We besloten een basisapp te ontwikkelen en later pas de content toe te voegen.” 
Hij stak zijn licht op bij zijn collega’s van het departement Informatica. Trabucho: “Ik had natuurlijk naar een appontwikkelbureau kunnen stappen, maar ik wist dat bachelorstudenten Informatica voor hun eindopdracht een applicatie moesten ontwikkelen. Dit bleek een prima project voor zo’n opdracht.”  

De ontwikkeling gebeurde in twee rondes, want het was te veel werk om in één eindopdracht te gieten. De eerste groep van tien studenten focuste zich op de uitdaging om jezelf te plaatsen op een topografische en een geologische kaart en om tussen die twee te kunnen switchen. Een vraagstuk dat Trabucho volledig had onderschat. “Ik gebruik Google Maps best veel en dat lijkt zo eenvoudig, maar het blijkt ontzettend ingewikkeld te zijn om jezelf via GPS op een kaart te positioneren. Het moest bovendien een kaart zijn die je ook naar je toestel kunt downloaden, want in de gebieden waar wij onderzoek doen heb je niet overal bereik. Het heeft ons tien maanden gekost om dit probleem te tackelen.”

"Een slim mens leert van zijn eigen fouten, een wijs mens leert van andersmans fouten"

Klankbordgroep

Hij trok hieruit een wijze les die hij ooit al van zijn vader leerde, maar onderweg ergens vergeten was: een slim mens leert van zijn eigen fouten, een wijs mens leert van andersmans fouten. “Daarom heb ik een klankbordgroep opgericht van mensen die veel ervaring hebben met softwareontwikkeling. Zij hebben de tweede groep begeleid en deelden hun kennis.” De tweede groep ontwikkelde op basis van de kaarten een digitaal veldboek waar studenten allerlei informatie over die specifieke locatie kunnen vinden en zelf ook hun eigen materiaal kunnen uploaden. De functionaliteit van dat veldboek is af, maar de content zelf moet nog worden gemaakt. “Daar beginnen we nu aan. We hopen de app nog dit studiejaar voor het eerst te kunnen inzetten.” 

Gidsland worden

Trabucho besluit met een oproep aan de minister van OCW. “Digitale didactische tools zijn de toekomst. Nemen we als Nederland een afwachtende houding aan en laten we partijen als Google bepalen hoe onze leermiddelen eruit gaan zien in de toekomst? Of worden we zelf een gidsland door open access en open source leermaterialen te ontwikkelen, waarbij de regie in handen is van onze eigen docenten en studenten?” 

Hij wil zelf zijn kennis graag delen met andere universiteiten die veel veldwerk doen, denk aan Wageningen, Delft of de VU Amsterdam. “Want nu onze app er ligt, kun je het relatief eenvoudig doorvertalen naar andere vakgebieden waar je dezelfde uitdagingen hebt.” 

Zelf aan de slag?

Wil je aan de slag met de ontwikkelde materialen van dit project? Lees meer over The Utrecht Companion to the Earth.