Praktijkvoorbeeld Hogeschool Windesheim

“Je ziet de luikjes van de theorie opengaan”

Mevrouw Oranje ligt in een ziekenhuisbed. Haar kamer ziet eruit als een kamer in het Scheper Ziekenhuis in Emmen, inclusief in- en uitlopende zorgmedewerkers. Mevrouw Oranje is een levensechte pop, die knippert met haar ogen, ademhaalt, een hartslag heeft en praat. Haar spraak is die van de meekijkende docent of student in de regiekamer van de immersive van Hogeschool Windesheim in Zwolle. De monitor naast haar bed is een gewone ziekenhuismonitor, met informatie die wordt aangestuurd door de ‘regisseur’ in de regiekamer. Als mevrouw Oranje benauwd wordt, moeten de aanwezige studenten op basis van die informatie én op basis van wat mevrouw Oranje zegt, beslissen welke zorghandeling ze gaan verrichten.

“Als studenten hier aan de slag gaan, zie je de luikjes van de theorie opengaan”, vertelt docent Isabel Bekman-Vrieling. “Hier leggen ze de verbanden tussen dat wat ze geleerd hebben en de praktijk.” Bekman-Vrieling is een van de drijvende krachten achter de immersive room in Zwolle. Veel van de content die de hogeschool gebruikt, ontwikkelde zij zelf, buiten haar reguliere werk om.

“Werken in een immersive room is wezenlijk anders dan in een praktijklokaal of via een VR-bril”

Complexere casussen

De immersive room wordt in Zwolle ingezet in de Minor Persoonsgerichte zorg in Complexe Situaties en in de Minor Acute Zorg. Daarnaast wordt de ruimte ingezet voor klinische redeneren in het tweede leerjaar. Het is voor studenten de volgende stap in de reeks praktijklokaal – VR-simulatie – immersive room. “Werken in een immersive room is wezenlijk anders dan in een praktijklokaal of via een VR-bril”, zegt Bekman-Vrieling. “Studenten gaan hier van 0 naar 100, ze worden echt in de ervaring gezogen.”

Veilige leeromgeving

Een veilige leeromgeving staat voorop, legt Bekman-Vrieling uit. “We hebben er daarom bewust voor gekozen om niet te streamen vanuit de immersive room. Studenten werken er in een groep van zes of zeven personen, zodat ze zich veilig voelen. We filmen wel, zodat we later met de studenten op hun handelen kunnen reflecteren. Vanuit de regiekamer kan ook een klein groepje studenten ‘live’ meekijken. Voor hen draait de leerervaring niet zo zeer om de medische handelingen, maar om zaken als leiderschap en logisch redeneren.”

Sessies in de immersive room van Hogechool Windesheim duren gewoonlijk anderhalf uur en worden begeleid door twee docenten. “Langer maken we de lessen niet omdat het gebruik van de immersive room heel intensief is”, zegt Bekman-Vrieling. Als studenten een quiz doen, is het niet nodig dat er twee docenten in de regiekamer staan. Dan kan een docent het alleen af, of studenten begeleiden de quiz zelf. Ook de praktijkondersteuner van Windesheim kan dat soort sessies begeleiden.

Zelf content maken

Die praktijkondersteuner is Irina Prins-van Dijken. Zij houdt zich bezig met de techniek van de immersive room. Dat gaat van praktische ondersteuning – zorgen dat alle hardware werkt – tot het ontwikkelen van content. Zij is degene die met een 360-gradencamera op bezoek gaat bij stage-instellingen, zodat gebruikers van de immersive room zich bijvoorbeeld in het Scheper Ziekenhuis wanen. “De technische drempel om zelf content te maken is vrij laag”, vertelt ze. “De opnames die ik maak, plaats ik eenvoudig in het contentmanagementsysteem van de leverancier. Het enige waar ik op moet letten, is dat de verhoudingen kloppen. Opnames uit een te kleine ruimte worden vervormd geprojecteerd. Objecten die te dicht bij de camera stonden, worden dan te groot weergegeven.”

Interactieve content maken vraagt meer tijd. Softwareleveranciers hebben hier oplossingen voor, zoals standaard quizzen waarin instellingen hun eigen videobeeld en hun eigen vragen invoegen. Studenten kunnen die vragen beantwoorden door op de wand van de immersive room het juiste antwoord aan te raken. Windesheim maakt ook gebruik van zo’n quiz-template. Studenten van een multimediaopleiding worden ingezet om om op basis van dat template quizzen te maken. Een voordeel is de gebruiksvriendelijkheid van zo’n quiz, met een overzichtelijk content management systeem. Daar staat tegenover dat er natuurlijk kosten aan verbonden zijn en dat het delen van deze content met andere instellingen niet vanzelfsprekend is.

Zekerheid als pluspunt

Voor Hogeschool Windesheim zijn de beschikbaarheid en bedrijfszekerheid die de immersive room biedt een belangrijk pluspunt, zeker in combinatie met fysieke middelen zoals een levensechte oefenpop. In praktijksettings kunnen studenten niet altijd terecht en daar kunnen ze bovendien niet de handelingen uitvoeren die ze in de immersive room wel uitvoeren. Windesheim werkt ook in praktijklokalen met simulanten: acteurs die patiënten spelen. Ten opzichte van die aanpak neemt de immersive room de mensfactor weg; simulanten kunnen ziek worden of om een andere reden niet beschikbaar zijn.

Toegenomen leerrendement

De ervaring met de immersive room in Zwolle is heel positief. Docent Bekman-Vrieling ziet het leerrendement toenemen, hoewel dit nog niet is gekwantificeerd. Toch gelooft Windesheim voldoende in het concept om een tweede immersive room aan te schaffen. In dit geval koos de instelling voor een mobiele immersive room. Die kan gebruikt worden door instellingen die zelf geen vaste immersive room hebben, maar Windesheim wil de mobiele ruimte ook inzetten voor bijvoorbeeld studentenwerving. Aankomende studenten kunnen via de immersive ervaring een goed beeld krijgen van de zorgpraktijk, denkt de instelling. Over een tweede vaste immersive room wordt ook al voorzichtig nagedacht.

Successen

  • hoge bezettingsgraad dankzij zeer beroepsspecifieke toepassing;
  • goede combinatie van virtuele omgeving en fysieke props;
  • technische ondersteuning door praktijkondersteuner met technische kennis en zorginhoudelijke achtergrond;
  • herkenbaarheid voor studenten dankzij content gebaseerd op stage-instellingen.

Aandachtspunten

  • smalle personele basis voor ontwikkeling en gebruik;
  • combinatie virtueel en fysiek vraagt om opbergruimte voor fysieke props, die niet was voorzien;
  • status als koploper brengt veel aandacht van collega-instellingen mee, die zich (nog) niet uit in wederkerige samenwerkingen.