Binding student-docent
Interactie tussen student en docent helpt studenten om zich gezien en verbonden te voelen. Dit draagt weer bij aan een actievere betrokkenheid in de les. Maar hoe verzorg je deze interactie als docent?
Online binding binnen je lesopzet
Bij online lesgeven kun je op verschillende momenten in de les extra aandacht besteden aan binding. Hiervoor geven we hieronder bij verschillende onderdelen van de lesopzet tips en delen we ervaringen. Doe inspiratie op en experimenteer ermee tijdens de les.
In- en uitlooptijd
Creëer een informeel contactmogelijkheid voor studenten om even te praten of vragen te stellen. Dit kun je doen door de sessie een aantal minuten te starten voordat je college begint en pas te eindigen wanneer alle studenten uit de sessie zijn. Je kunt ook overwegen om je college iets korter te maken en de extra tijd te gebruiken voor een vraagkwartiertje.
Check-in/voorstellen
Begin het college met een of meerdere korte vragen waarop je van iedereen een antwoord krijgt. Vraag bijvoorbeeld hoe het met de studenten gaat en laat ze dit met een emoticon aangeven. Of stel een aantal vragen via een stemtool zoals Mentimeter, Socrative of Tricider om zo meer te weten over wie je voor je hebt.
Maak afspraken
Elke tool biedt andere mogelijkheden en docenten en studenten gaan hier verschillend mee om. Neem daarom aan het begin van je college even de tijd om de regels door te nemen. Spreek bijvoorbeeld af hoe je omgaat met vragen tussendoor. Werk je bij een vraag van de student met ‘hand opsteken’ of moet de vraag in de chat worden gesteld? Zorg er dan vervolgens ook voor dat je tijdens het college regelmatig in kunt gaan op deze vragen.
Bedenk daarnaast of je een student of student-assistent wilt vragen om de chat in de gaten te houden en in te breken als je gelijk in moet gaan op de vraag. Een moderator houdt dan het overzicht zodat je als docent je meer op de inhoud kunt focussen. Sommige opleidingen hebben een app ontwikkeld om de virtuele wachtrij van studenten met vragen bij te houden. Kijk daarom ook eens bij jouw instelling welke tools en apps je kunt inzetten.
Voorbeeld Hogeschool Windesheim
Bij Hogeschool Windesheim gebruiken studenten afkortingen in de chat of in beeld voor de camera om aan te geven waar ze behoefte aan hebben. Dit zorgt voor meer interactie en een gevoel van eigenaarschap. Voorbeelden van afkortingen die ze inzetten zijn:
- ELMO – enough let’s move on.
- PASS – mogelijkheid om te passen (veiligheid in online colleges)
- Koffiekopje – zelf bepalen wanneer er pauze in het college komt.
Voorkennis activeren en terugblik
Om de voorkennis te activeren kun je bijvoorbeeld samen een mindmap maken in een interactie- en samenwerkingstool als Mindmeister, Mindomo of Freemind. Of samen brainstormen met een interactie- en samenwerkingstool als Padlet, Dotstorming, of Smart Ideas. Dit helpt studenten om kennis te structureren en te visualiseren. Op deze manier betrek je de studenten actief bij de inhoud en krijg je als docent beter inzicht in wat het startpunt van de groep is. Je kunt ook gerichter vragen stellen door studenten stellingen voor te leggen in een stemtool als Mentimeter, Socrative of Tricider.Kennis aanbieden of verwerven
Houd het kort en simpel. Online onderwijs kan cognitief best vermoeiend zijn. Maak het daarom niet te moeilijk, en biedt kennis asynchroon aan waar dat kan. Zet bijvoorbeeld korte kennisclips in om stof over te brengen. Knip de informatie op in kleinere stukken van 5 tot 12 minuten en verwijs hierbij naar corresponderende hoofdstukken van het lesboek zodat studenten het makkelijker en op hun eigen manier kunnen verwerken. Student Charlotte Meijer maakte diverse kennisclips met tips voor docenten over het maken van activerende kennisclips.
Bied je kennis synchroon aan? Wissel dan instructies af met online activerende leeractiviteiten. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je na elke 5 tot 12 minuten bij de studenten controleert of er vragen zijn of breng zelf een stelling of vraag in om te controleren of de studenten het voorgaande hebben begrepen. Zo houd je studenten betrokken en kun je er gelijk op inspelen wanneer een onderdeel lastig is en extra uitleg behoeft of dat het erg makkelijk is en je sneller door dat onderdeel kunt gaan.
Overweeg daarnaast om een aantal energizers in te zetten; korte opdrachten die weer energie geven aan de groep. Dit zorgt voor een kort ontspanmomentje en zorgt ervoor dat iedereen weer bij de les betrokken is.Verwerken en toepassen
Communiceer niet alleen in geschreven tekst of video maar praat met de studenten en laat ze zelf aan het woord voor een sterkere binding.
Om de kennis te verwerken en toe te passen kun je studenten in kleinere groepjes uiteen laten gaan in bijvoorbeeld break-outrooms. Geef de studenten een duidelijke opdracht mee zodat ze er zelfstandig mee aan de slag kunnen gaan en laat weten in welke tool ze kunnen samenwerken. Bijvoorbeeld in een online document, Padlet of een andere interactie- en samenwerkingstool.
Je kunt ervoor kiezen om steeds andere groepjes te maken zodat iedereen elkaar leert kennen. Maar je kunt er ook voor kiezen om groepjes gelijk te houden zodat ze elkaar beter leren kennen en vertrouwen opbouwen. Bijvoorbeeld omdat studenten een groepsopdracht moeten maken.
Terwijl de studenten aan de slag gaan kun je als docent in het algemene kanaal beschikbaar blijven voor vragen of je kunt ervoor kiezen om langs te gaan in (een aantal van) de break-outrooms. Geef dit dan wel van tevoren aan zodat studenten hierop zijn voorbereid.
Bouw de complexiteit van de interactie binnen je opdrachten op. Laat studenten bijvoorbeeld eerst informatie uitwisselen over informatie die de docent aandraagt. Daarna kun je de studenten ook zelf naar informatie laten zoeken en elkaar peerfeedback laten geven op de samenwerking.
Werken in leerteams
Leerteams zijn kleine groepen van een paar studenten. Dit werken in kleine groepen heeft een positief effect op de prestaties, relaties en geestelijke gezondheid van de studenten. Ook zorgt het ervoor dat studenten minder competitief en individualistisch aan het werk zijn.
Ieder lid van het team heeft een rol en ze rouleren die rollen ook in de verschillenden teams. Zo weet een docent altijd wie hij of zij kan aanspreken als hij iets wil weten van de voortgang. De organisator zorgt voor dat de opdracht tijdig wordt afgerond en dat iedereen zich aan zijn roltaak en planning houdt. De onderzoeker draagt bronnen informatie aan ter verdieping van het onderwerp. De criticus is de luis in de pels en stelt lastige vragen. De afsluiter brengt verslag uit en evalueert het functioneren en voortgang van het leerteam. Het is belangrijk dat een leerteam een naam heeft en ook een eigen online plek. Zorg dat daar ook foto’s in staan van de leden van het team.
Docenten begeleiden de Teams door het format te bieden, kan online begeleiden tijdens een groepsbijeenkomst, geeft deadlines en een planning.
Evaluatie
Evalueer regelmatig met je studenten op het gegeven onderwijs. Zo kun je samen met je studenten hun onderwijs verbeteren. Docent chemie Ewald Edink van Hogeschool Inholland betrekt zijn studenten nadrukkelijk bij het ontwerpen van online onderwijs. Hij doet dit bijvoorbeeld door de studenten via een wekelijkse quiz om feedback te vragen. Is het tempo goed? Moeten er nog andere onderwerpen aan bod komen? Hebben studenten zich op de les voorbereid? Op deze manier betrek je studenten bij het onderwijs en creëer je verbinding. Ook kun je de feedback gelijk toepassen waardoor je onderwijs beter aansluit. Daarnaast kun je met een inhoudelijke quiz toetsen of de studenten de vooraf gestelde leerdoelen hebben behaald of dat je aan sommige onderdelen nog extra aandacht moet besteden.
Tips en tricks uit de onderwijspraktijk
Petra Wentzel van de community Online Binding ging wekelijks in gesprek met docenten om erachter te komen hoe docenten dit in de praktijk aanpakken. Uit deze gesprekken kwamen handige tips voor online binding met studenten. Daarnaast organiseert de Vraagbaak Online Onderwijs regelmatig webinars waar praktijkvoorbeelden in besproken worden.