Vrije onderzoeksopdrachten in labonderwijs verhogen studentmotivatie
Wetenschappelijk onderwijs heeft tot doel studenten op te leiden tot kritische denkers. Bereik je dat als je alleen maar ‘kookboekrecepten’ gebruikt in het labonderwijs? De Universiteit van Amsterdam, Leiden Universiteit, TU Eindhoven en Vrije Universiteit Amsterdam denken van niet en ontwikkelden samen methoden en materialen om labexperimenten veel vrijer te maken.
Forrest Bradbury is docent physical science bij Amsterdam University College, een samenwerkingsverband van de UvA en VU Amsterdam. Hij weet al veel langer dat studenten niet zoveel leren als je ze van A tot Z voorschrijft hoe ze een labopdracht moeten uitvoeren. Daarom experimenteerde hij al langer met vrije opdrachten. Het leidde tot een veel grotere betrokkenheid van studenten. “Maar omdat ik wel controle wilde houden dat studenten de leerdoelen bereiken, ging ik structuur inbouwen. Ik kwam erachter: hoe meer structuur ik ze geef, hoe minder we bezig zijn met wetenschap. Wetenschap is immers als je voortbewegen in het donker. Het is een spel zonder vaste regels en met veel onzekerheid. Bovendien, naarmate ik meer structuur aanbracht, zag ik de motivatie en betrokkenheid van studenten weer afnemen. Ik vroeg me af: hoe kan ik het onderwijs zelf vrij houden, maar er toch voor zorgen dat alle studenten alle leerdoelen bereiken?”
Bruggen bouwen tussen eilanden
Bradbury zocht inspiratie bij docenten aan andere universiteiten die ook experimenteerden met vrijere vormen van labonderwijs. Al snel ontstond er een groepje met docenten van de Universiteit Leiden, de TU Eindhoven en de VU Amsterdam. “We hadden allemaal het gevoel dat we op een eiland aan het opereren waren. Hoewel we totaal verschillende vormen van labonderwijs geven aan verschillende studentpopulaties, vonden we toch veel herkenning bij elkaar.”
Op het moment dat de call voor de stimuleringsregeling Open en online onderwijs voorbij kwam, greep Bradbury zijn kans. “Want het is leuk als je af en toe contact met elkaar hebt en elkaar om advies kunt vragen als je ergens tegenaan loopt, maar wij wilden het professioneler aanpakken. We wilden bestaande lesmethoden ondersteunen met materialen, die anderen ook kunnen gebruiken.”
"Hoe hou je het onderwijs zelf vrij, maar werk je toch binnen een structuur die ervoor zorgt dat studenten hun leerdoelen behalen?”
Gemeenschappelijke taal
Het project is opgedeeld in drie fases. In de eerste hebben de vier universiteiten hun ervaringen gedeeld en de manier waarop ze het vrije onderwijs vormgaven met elkaar vergeleken. Bradbury: “Het bleek nog best ingewikkeld om elkaar goed te begrijpen, want we spraken allemaal een andere taal. We hebben in die eerste fase daarom ook een gemeenschappelijke taal ontwikkeld.”
Hij geeft een voorbeeld. “We hanteerden allemaal een andere definitie van ‘flipped classroom’. En we hadden allemaal een ander beeld van hoe zo’n ‘flipped classroom’ er bij labonderwijs uit zou moeten zien. Als je niet duidelijk met elkaar afspreekt wat je onder een bepaalde term verstaat, dan praat je al snel langs elkaar heen; soms zonder dat je het zelf door hebt.”
Praktijkverhalen en praktische tools om je onderwijs te verrijken
Wil je meer praktijkverhalen van jouw onderwijscollega's? En zoek je praktische tools om je onderwijs makkelijker te maken? Kom dan naar het OOOgstfestival. Je kunt alle kennis en ontwikkelde materialen meteen toepassen in jouw onderwijs, zodat je niet opnieuw het wiel hoeft uit te vinden.
Best practices
De tweede fase concentreerde zich op het identificeren van best practices en de kerncomponenten die in zo’n best practice een rol spelen. Het team is hierin begeleid door Lesley de Putter-Smits van de TU Eindhoven. “Zij kent het onderwijsproces en vertaalde alle ervaringen die wij deelden naar een formele structuur. Want als docent beschik je uiteraard wel over kennis van leerprocessen, maar die is lang niet zo diepgaand als de expertise van deze onderzoeker die ons hierbij hielp. Zij vormde voor ons echt de ontbrekende schakel om onze ervaringen en de best practises om te zetten naar een lesmethode en ondersteunende materialen. Het is namelijk best een kunst om binnen een structuur studenten zelf het beste proces te laten ontdekken, zonder dat je als docent dat proces overneemt.”
Inspiratie
Inmiddels is ook de derde fase afgerond: het publiceren van de ontwikkelde materialen op edusources. Ook is er een playbook ontwikkeld, een guideline die gebruikt kan worden door anderen ter inspiratie. Deze is vindbaar op Wikiwijs. Daarnaast geven de deelnemers aan dit project overal workshops en lezingen: op nationale en internationale congressen, op andere universiteiten.
Bradbury zegt dat de materialen niet alleen zijn bedoeld om een-op-een over te nemen. “Dat mag natuurlijk, maar iedere studentpopulatie is anders en op iedere universiteit is het onderwijs anders ingericht. Daarom denken wij dat het vooral belangrijk is om onze materialen te gebruiken ter inspiratie. Om de dingen die voor jou toepasbaar zijn eruit te filteren en te mixen en matchen met je eigen lesmethoden. Want wij hebben wel geleerd dat er geen ‘one size fits all’ bestaat. Je moet het echt toepasbaar maken voor je eigen situatie.”
“Met kookboekonderwijs kun je vaardigheden aanleren. Met vrije onderzoeksopdrachten leer je studenten kritisch te denken”
Kritisch denken stimuleren
Docenten die de moeite nemen, worden beloond, zegt Bradbury. “Onze vier universiteiten ervaren allemaal dat we het kritisch denken bij onze studenten stimuleren. We zien ook dat studenten veel gemotiveerder zijn.”
Hij roept andere docenten dan ook op om gebruik te maken van de ontwikkelde materialen op edusources en deze eventueel zelf verder door te ontwikkelen. “Want wat er nu staat is een begin. We willen zeker door met het ontwikkelen van meer materialen en de community laten groeien.”
De vrije onderzoeksopdrachten zullen in de toekomst een volwaardige plaats krijgen in het labonderwijs, voorspelt Bradbury, maar ze zullen niet al het traditionele onderwijs vervangen. “Als je nieuwe vaardigheden moet leren, dan is de oude methode van ‘kookboekonderwijs’ de meest geëigende. Maar als studenten die vaardigheden eenmaal hebben, dan werken de vrije onderzoeksopdrachten het best om ze op te leiden tot kritische denkers.”
Praktijkverhalen en praktische tools op het OOOgstfestival
Op het OOOgstfestival laten we praktijkverhalen zien en delen we de mooiste materialen om jouw onderwijs te verrijken. We gaan het hebben over (open)leermaterialen, onderwijsconcepten, vakcommunities, learning analytics, (peer)feedback en visualisaties in je onderwijs. Ook kun je in contact komen met onderwijscollega's die ook bezig zijn om hun onderwijs naar een hoger niveau te tillen.