De vakcommunity circulaire economie ging pas rollen door het vinden van een gezamenlijk doel

Vijf hogescholen hebben binnen het domein circulaire economie een vakcommunity opgericht. Binnen het project wilden zij gezamenlijk ervaring opdoen in het delen en doorontwikkelen van leermaterialen. Na wat opstartproblemen en uiteindelijk een hernieuwd projectvoorstel heeft de vakcommunity een MOOC ontwikkeld.

Met een achtergrond als ingenieur en productontwikkelaar weet Ivo Kothman als geen ander dat innovatie niet zonder slag of stoot tot stand komt. Net zoals Edison voorafgaand aan de ontdekking van de gloeilamp eerst duizend manieren bedacht waarop een gloeilamp níet werkt, heeft de vakcommunity circulaire economie op vele manieren ontdekt hoe je geen vakcommunity moet opstarten. De belangrijkste les volgens Kothman: 'we misten een product'. Maar ook de organisatie van het onderwijs is een belangrijke verklaring voor het falen dat voorafging aan het succes.

Dynamisch vakgebied

Docent en onderzoeker Ivo Kothman kreeg het projectleiderschap min of meer voor de voeten gegooid. Er was een projectaanvraag gedaan door vijf hogescholen om een vakcommunity rondom open leermaterialen over circulaire economie op te starten, en Kothman, docent bij de Saxion-academie FEM (Financiën, Economie en Management), was volgens de academiedirecteur de aangewezen persoon om dat project te leiden. 'De aanleiding voor de aanvraag was het feit dat er weinig onderwijsmateriaal beschikbaar is over de circulaire economie,' vertelt Kothman. 'Het is een nieuw, zeer dynamisch vakgebied, waar nog vrijwel geen lesmethoden voor bestaan.' Het plan was om te inventariseren wat de deelnemende instellingen aan modules en cursussen hadden liggen en dat te bundelen in een zogeheten 'leerportefeuille' voor onderwijs en ondernemers. Dat de aanvraag werd toegekend, zagen ze als een erkenning van de noodzaak van het project. Maar Kothman ontdekte al snel dat geld alleen niet genoeg is om een vakcommunity te organiseren.

'Geld alleen is niet genoeg om een vakcommunity te organiseren.'

Geen samenhangend geheel

'In de eerste projectfase was het een uitdaging om het geld om te zetten in uren en acties. Dat klinkt raar, maar om uren te kunnen maken op een project moet iemand je van een andere taak ontheffen.' Op het moment dat een lesplanning van een andere deelnemende instelling geen rekening hield met het project, stond Kothman met lege handen. 'Mensen wilden wel, maar hadden niet de ruimte om bijvoorbeeld een dag in de week serieus aan de slag te gaan.'

Er vond een aantal bijeenkomsten plaats en er werd bestaand leermateriaal verzameld, maar al snel stuitte de vakcommunity in wording op een nieuwe drempel: het auteursrecht. Waar een docent bij het ontwikkelen van onderwijs makkelijk een afbeelding van het web plukt, een stukje tekst citeert en er een YouTube-video bij zoekt, is het voor het open delen van leermaterialen nodig dat alle content rechtenvrij is. Ondersteuning van de instellingsbibliotheek reikte minder ver dan gehoopt. Kothman: 'Eerst moesten wij kunnen aangeven waar de afbeelding vandaan kwam, wat we soms niet zo zuiver hadden opgeslagen. Een bibliotheekmedewerker kon vervolgens wel constateren dat we een afbeelding niet mochten gebruiken, maar was niet vakinhoudelijk bekwaam om een alternatief aan te dragen. Dat moesten we dan weer zelf doen.'

Het publiekelijk beschikbaar stellen van het verzamelde leermateriaal in een leerportefeuille bleek ook een uitdaging omdat er geen toegankelijk online platform beschikbaar was. En de tijd begon te dringen. 'Er was nog geen sprake van een samenhangend geheel, laat staan van een openbaar gedeelde portefeuille,' zegt Kothman. Terwijl de vakcommunity met deze horden worstelde, klopte corona op de deur. De werkdruk schoot omhoog en het project kwam knarsend tot stilstand.

Deux ex machina

Daar had het voorgoed kunnen stranden, ware het niet dat professor Jan Jonker van de Radboud Universiteit op een dag als een ware deus ex machina contact zocht met Kothman. Jonker is auteur van het boek 'Duurzaam Organiseren', waaraan de projectpartners op een eerder moment hadden bijgedragen. 'Jonker wilde een digitale cursus ontwikkelen ter ondersteuning van het boek,' vertelt Kothman. 'Zijn doel leek veel op het onze. We besloten de handen ineen te slaan en samen een MOOC (massive open online course) te ontwikkelen.'

Met de ontwikkeling van de MOOC Organising for Sustainability kreeg de community een helder doel voor ogen. Iedereen wist waaraan hij werkte. De structuur van het boek bood houvast voor de opbouw van de MOOC. Bovendien waren alle betrokkenen bekend met de inhoud. Een mooie bijvangst was dat het samenwerkingsverband opeens een stuk groter werd: er waren meer instellingen die hadden bijgedragen aan het boek. Aan de vakcommunity nemen daardoor inmiddels twaalf instellingen deel.

'Met een MOOC als gezamenlijk doel kwamen we in een stroomversnelling terecht.'

Nieuw voorstel

'Jan Jonker heeft een bijzondere rol op zich genomen,' zegt Kothman. 'Hij bracht veel expertise en connecties in. Ook het trekken van de kar nam hij over. Ik heb me verkeken op de hoeveelheid werk die dat meebracht.' Zelf moest Kothman SURF en het ministerie van OCW ervan zien te overtuigen dat de MOOC de oplossing was om de doelen uit de aanvraag te realiseren. Gelukkig stelde de subsidiegever zich flexibel op. 'Ze dachten constructief mee. We hebben de vrijheid gekregen om een hernieuwd voorstel in te dienen met het resterende stuk van de begroting.' SURF en OCW vonden dat een iets langere aanlooptijd en een kleine koerswijziging te verkiezen zijn boven een vakcommunity die een stille dood sterft.

Het voorstel loste alle oorspronkelijke drempels op. Saxion beschikte al over een MOOC-platform, edX. Door een herverdeling van het budget was er ruimte om professionals in te huren: een ontwerper, een redacteur, een bedrijf dat de zelf geschoten video's monteerde. Het resultaat mag er zijn. 'Misschien was het naïef van ons om vrijwel alleen docent-uren op de originele begroting te hebben staan,' zegt Kothman nu. ''Dit zijn vaardigheden die docenten niet allemaal zelf in huis hebben.' Door alle materialen zelf te (laten) maken, vormde het auteursrecht geen probleem meer.

Potentie in tools

Eind goed, al goed? Tot op zekere hoogte. De MOOC kent inmiddels 667 actieve unieke gebruikers. Om hem te actualiseren is Kothman weer afhankelijk van de vrije uurtjes van docenten. Zijn eigen agenda ziet hij ook vollopen. 'Het herontwikkelen zou een reguliere plaats moeten krijgen in onze werkzaamheden. Maar zo ver zijn we nog niet.'

Ondertussen krijgt hij wel enthousiaste reacties van studenten, die enthousiast zijn over de korte uitlegvideo's uit de MOOC. Docenten zijn vooral te spreken over de tools die de vakcommunity ontwikkelde. Het gaat om een template om gezamenlijk online een businessmodel in te vullen (919 unieke gebruikers) en een tekentool

om een kringloop te tekenen in de stijl van de MOOC (1944 unieke gebruikers). Volgens Kothman zijn online tools de toekomst. 'Het verpakken van je kennis en kunde in een toegankelijke tool is aantrekkelijk. Je voegt als docent zelf de inhoud toe, waardoor een tool niet snel veroudert.'

Een (vak)community Circulaire Economie voor kwalitatief blended onderwijs

Vijf hbo-instellingen - Saxion, Hanzehogeschool, Van Hall Larenstein, Fontys en Hogeschool Rotterdam - wilden tijd- en plaatsonafhankelijk open onderwijs delen via een vakcommunity. Het idee was dat ze bestaand leermateriaal zouden hergebruiken, doorontwikkelen en ontbrekend leermateriaal zelf zouden ontwikkelen. Uiteindelijk is het projectplan aangepast en is de MOOC Organising for Sustainability ontwikkeld.

Dit project heeft in 2018 deelgenomen aan de stimuleringsregeling open en online onderwijs. Lees op de projectpagina meer informatie over de doelen en behaalde resulaten.