Virtual Classroom versterkt rol docent en verrijkt het onderwijs

Veel mensen associëren online onderwijs met een ‘talking head’ op een scherm. Dat je het ook op een heel andere manier kunt vormgeven, zodanig dat fysiek en online onderwijs elkaar versterken, laten de Universiteit Utrecht, TU/e en WUR zien. Samen hebben zij onderzocht hoe je een Virtual Classroom het best inzet.

Kartrekkers van dit onderzoek zijn universitair docent Julia Kasch, universitair hoofddocent Karin Rebel, alsmede Frans van Dam, manager van het Teaching & Learning Lab van Universiteit Utrecht. Rebel en Kasch verbonden aan het Copernicus Institute of Sustainable Development, en Van Dam aan het ‘Freudenthal Instituut’. “Door online onderwijs kun je eenvoudig (inter)nationaal samenwerken zonder te reizen en je maakt het onderwijs beter toegankelijk voor mensen die door een ziekte of handicap niet fysiek aanwezig kunnen zijn”, zegt Rebel.

De tijdens Covid veel toegepaste noodvormen van onlineonderwijs doen echter veel afbreuk aan de leskwaliteit, met name aan de interactie tussen docent en studenten en tussen studenten onderling. Daarom diende Rebel een subsidieaanvraag in bij de Stimuleringsregeling open en online onderwijs, met als doel onderzoek te doen naar de extra mogelijkheden die een Virtual Classroom biedt ten opzichte van onderwijs via Teams of Zoom.
 

"Kunnen we met technologie een omgeving creëren waarbij studenten van verschillende universiteiten online samenwerken, op een manier die voor hen voelt alsof ze fysiek bij elkaar zitten?”Karin Rebel

Experimenteren met andere onderwijsvormen

Van Dam is al zes jaar bezig met onderwijsvernieuwing, waarbij het doel is dat de fysieke en online lesruimte zich aanpast aan de didactiek in plaats van andersom. “In Utrecht hebben we meer dan 300 onderwijszalen en tot voor kort is het altijd zo geweest dat de docent zich maar aan de zaal moest aanpassen. Wij experimenteren nu met andere zalen, bijvoorbeeld een opstelling waarbij de docent in het midden staat. En we gaan aan de slag met technologie. Zo is bijvoorbeeld de Hybrid Active Learning Classroom (ALC) ontstaan, die het mogelijk maakt dat studenten op afstand kunnen samenwerken.”
Rebel is op haar beurt veel bezig met interuniversitaire samenwerking, binnen en buiten Nederland. “Tot 2020 was het voor studenten normaal om te reizen. Ik vroeg me af: kunnen we met technologie een omgeving creëren waarbij studenten van verschillende universiteiten online samenwerken, op een manier die voor hen voelt alsof ze fysiek bij elkaar zitten?” Op dat moment kwam de vraag voorbij welke docenten interesse zouden hebben in een Virtual Classroom. Rebel: “Ik stak natuurlijk meteen mijn hand op.”

Virtual Classroom

De Virtual Classroom is een ruimte met acht of tien grote schermen. Op zes of acht van die schermen zijn studenten zichtbaar (maximaal 36 of 48 studenten per les), de twee andere schermen worden gebruikt voor presentaties, interactietools zoals een poll of open quizvragen, en het tonen van de vragen die studenten stellen. De studenten kunnen via camera’s voor en achter de docent de lesruimte, de docent en hun medestudenten zien. Rebel zag direct de meerwaarde van het feit dat de docent de studenten op ware grootte kan zien, ze in de ogen kan kijken, en met ze kan interacteren alsof ze gewoon in de klas zitten. Maar ze zag ook dat er wel wat onderzoek nodig is naar hoe je die technologie het best inzet. Want zowel het onderwijs als de samenwerking tussen studenten moeten er beter van worden.

Ze vertelt: “Je moet je realiseren dat ik de subsidieaanvraag indiende vlak voordat corona uitbrak. Niet veel later zaten we in een volledige lockdown en moesten studenten onderwijs volgen via Zoom of Teams. Toen bleek nog duidelijker dat simpelweg onderwijs online aanbieden de betrokkenheid van studenten fors verlaagt. Je hebt andere tools nodig voor onderwijs op afstand.”

“Het is heel krachtig dat je naar een scherm kunt toelopen en door recht in de camera te kijken de zes studenten die bij dat scherm horen als het ware recht in de ogen kijkt"Karin Rebel

Docenten trainen

Met het geld uit de Stimuleringsregeling open en online onderwijs werden twee pilotblokken van tien weken opgezet. In ieder blok zijn tien online colleges gegeven, die alle bestonden uit verschillende elementen: een stuk klassikale uitleg, gebruik van polls en open quizvragen, uiteengaan van studenten in break-out sessies en daarna klassikaal de uitkomsten van die sessies bespreken. Van Dam trainde de docenten vooraf, niet alleen in het gebruik van de technologie, maar ook in hoe ze de spanningsboog in hun lessen kunnen optimaliseren door goed gebruik te maken van de verschillende mogelijkheden die de Virtual Classroom biedt. Rebel had veel aan zijn aanwijzingen: “Het is heel krachtig dat je naar een scherm kunt toelopen en door recht in de camera te kijken de zes studenten die bij dat scherm horen als het ware recht in de ogen kijkt. Je maakt dan echt connectie met de mensen aan de andere kant van het scherm. Dat is een heel andere ervaring dan lesgeven via Teams.”

Interactie studenten

De Virtual Classroom leent zich zelfs voor onderwijsconcepten waarbij studenten veel interactie met elkaar hebben. Bijvoorbeeld bij Challenge- Based Learning (CBL), een methode die zeer geschikt is voor het oplossen van complexe vraagstukken uit de samenleving, denk aan thema’s, zoals duurzaamheid. Deze complexe vraagstukken kun je alleen oplossen als je verschillende disciplines actief laat samenwerken.  Bij dit ‘interdisciplinair onderwijs’CBL draait het om interactie tussen studenten onderling en tussen student, docent en maatschappelijke stakeholder.

De observatie van de samenwerking. Van Dam: “Je kunt als docent namelijk heel gemakkelijk break-out rooms creëren waar maximaal zes studenten samenwerken. Je kunt rondlopen tussen de groepen en met de studenten meeluisteren. Dat is een optie die je bij klassikaal onderwijs niet hebt. Hier voegt de Virtual Classroom dus echt iets toe ten opzichte van gewoon onderwijs.”

Dit gaf Rebel ontzettend veel inspiratie. “Ik zag nu voor het eerst hoeveel culturele verschillen er zijn tussen de drie universiteiten. En ik zag hoe studenten elkaar helpen. In Eindhoven doen ze bijvoorbeeld al veel met design thinking, in Wageningen en Utrecht nog minder. In de samenwerking zag je dat de Eindhovense studenten de anderen uitleg gaven en hen bij de hand namen. Bij fysieke interuniversitaire samenwerking zie je dat als docent niet, nu wel. Ik vond dat heel leerzaam en gebruik die nieuwe inzichten nu ook in mijn lessen.”

“De onderzoeksresultaten overtroffen zelfs onze verwachtingen"Karin Rebel

Onderzoeksresultaten

Kasch trok het onderzoek naar interactie en feedback. Via online-vragenlijsten, interviews en focusgroepen probeerde ze te achterhalen hoe studenten de afstand tot het onderwijs en de afstand tot elkaar ervaren bij deze vorm van onlineonderwijs. Kort samengevat zie je dat ze geen fysieke afstand voelen en dat ze zich zowel met de andere studenten als met de docent en met de content verbonden voelen. “De onderzoeksresultaten overtroffen zelfs onze verwachtingen.” Al maakt Rebel wel een kanttekening: “Het onderzoek is uitgevoerd in coronatijd. De eerste periode van tien weken viel midden in een complete lockdown, de tweede in de tijd dat je maar beperkt in kleine groepen mocht samenkomen. Dat heeft natuurlijk effect op hoe studenten de Virtual Classroom beoordelen.”

Wat niet wegneemt dat ook in een tijd waarin fysiek onderwijs mogelijk is, de Virtual Classroom veel waarde toevoegt. “Het feit dat je niet meer hoeft te reizen om interuniversitair samen te werken, maakt dat samenwerkingdat veel makkelijker wordt, vooralook internationaal.” Er is eigenlijk maar één minpunt: waar de studenten kunnen deelnemen vanuit hun eigen huis, moeten de docenten wel reizen. Daarom pleit Van Dam voor meer Virtual Classrooms of soortgelijke ruimtes in Nederland. “Want dan wordt het nog makkelijker om interuniversitair samen te werken.”

Zelf aan de slag?

Wil je aan de slag met de ontwikkelde materialen van dit project? Lees meer over Education of the Future